
Burgerlijk Wetboek Boek 5
Artikel 61 
1
 Mandeligheid die is ontstaan ingevolge het vorige artikel, eindigt:  
a
 wanneer de gemeenschap eindigt; 
b
 wanneer de bestemming van de zaak tot gemeenschappelijk nut van de erven wordt opgeheven bij een tussen de mede-eigenaars opgemaakte notariële akte, gevolgd door inschrijving daarvan in de openbare registers; 
c
 zodra het nut van de zaak voor elk van de erven is geëindigd. 
2
  Het feit dat het nut van de zaak voor elk van de erven is geëindigd, kan in de openbare registers worden ingeschreven. 
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
 - Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
 

